De informatie die volgt is gebaseerd op de interpretatie van de lesgever. Zoals vaker het geval is in capoeira kunnen uitleg, regels en zelfs “feiten” verschillen per lesgever en groep. Het is belangrijk dit in het achterhoofd te houden, want er is geen één waarheid in capoeira.

Identiteit

volledige naam: Manoel dos Reis Machado
geboortedatum: 23 november 1899 (of 1900)
overlijdensdatum: 5 februari 1974
woonplaats: Salvador, Bahia, Brazilië
mentor: Bentinho
stroming: Regional
school: Centro de Cultura Física Regional da Bahia
bekend om: 

  • De oprichting van de eerste erkende academie. 
  • De uitvinding van Capoeira Regional.

Genealogie

Mestre Bimba leerde capoeira van een Afrikaan genaamd Bentinho. Over zijn mentor is er verder zeer weinig bekend. Mestre Bimba was zelf de mentor van heel wat belangrijke capoeiras, door de grote invloed van zijn werk. Doorheen de jaren gaf hij aan honderden leerlingen les. Velen daarvan hebben slechts kort onder hem getraind en zijn eigenlijk opgeleid door een andere capoeirista. Maar er zijn heel wat capoeiras die jarenlang bij hem trainden en zelf grote namen werden in de capoeira-wereld. Zijn belangrijkste leerlingen worden hier opgesomd:

  • Itapoan
  • Decânio
  • Carlos Senna
  • Acordeon
  • Jair Moura
  • Xaréu
  • Rosendo
  • Piloto
  • Boinha
  • Vermelho 27
  • Camisa Roxa
  • Cafuné
  • Deputado
  • Americano
  • Onça Negra
  • Ezequiel
  • Atenilo
  • Piloto

Een best accurate stamboom van Mestre Bimba kan je terugvinden op het Capogens project.

Biografie

Onderstaande tekst werd integraal vertaald uit het boek “Essential Capoeira: The Guide To Mastering The Art” van Ponciano Almeida.

De ontwikkeling van de hedendaagse capoeira is hoofdzakelijk te danken aan het werk van Mestre Bimba en Mestre Pastinha in Brazilië vanaf de jaren 1930. Dankzij hun werk en inzet ontstonden er twee grote stroming in capoeira, welke vandaag nog steeds beoefend worden. Capoeira Angola wordt beschouwd als de meer pure vorm van capoeira, welke minder is afgeweken van de Afrikaanse roots van de kunst. Capoeira Angola legt minder de nadruk op acrobatische bewegingen en hoge trappen, maar focust meer op het “malandragem”, het bedrog en de sluwheid van het spel. Het wordt als een trager spel dan Regional beschouwd, en wordt laag tegen de grond gespeeld. Capoeira Regional werd ontwikkeld door Mestre Bimba, wordt meer beoefend in de hedendaagse capoeira en plaats meer klemtonen op hardere, snellere bewegingen. In onze moderne capoeira is het vitaal om deze twee distinctieve stijlen te begrijpen.

In 1899 werd Manoel Dos Reis Machado geboren in Salvador, Bahia. Hij staat beter bekend als Mestre Bimba (Bimba is de bijnaam die zijn moeder hem gaf als kind). Op twaalfjarige leeftijd begon hij capoeira te leren bij een Afrikaanse man genaamd Bentinho. Bimba wijdde de rst van zijn leven aan capoeira en ontwikkelde een stijl die hij “Het regionaal gevecht van Bahia” noemde. Deze stijl en traditie staat nu bekend als Capoeira Regional en wordt wereldwijd beoefend.

Wanneer Mestre Bimba voor het eerst capoeira begon te beoefenen had de sport nog steeds de reputatie als een activiteit voor dieven en criminelen. Capoeira werd beoefend op straten en pleinen, kende geen georganiseerde structuur en werd niet echt als een serieuze vechtkunst beschouwd. In de jaren ’30 wilde Mestre Bimba hier echter verandering in brengen en in 1932 opende hij de eerste capoeira academie. Mestre Bimba’s doel was om zijn studenten discipline bij te brengen. Criminelen en zwevers werden niet toegelaten tot zijn lessen en iedereen die te laat kwam kreeg een boete. De huisregels hingen alom bekend op in zijn academie:

De negen geboden van Mestre Bimba zijn: 

  1. Stop met roken. Roken tijdens de training is verboden.
  2. Stop met (alcohol) drinken. Alcohol beïnvloedt de spieren.. 
  3. Gebruik geen capoeira om indruk te maken op je vrienden. Bedenk altijd dat de verrassing je beste vriend is in een gevecht.
  4. Praat niet tijdens de training. Gebruik de tijd waarvoor je betaalt om anderen te observeren.
  5. Gebruik altijd de ginga.
  6. Oefen de basisbewegingen dagelijks.
  7. Wees niet bang om dichtbij je tegenstander te staan. Je leert meer als je dichterbij speelt.
  8. Verwijder onnodige spanning uit je lichaam.
  9. Je bent beter af om geslagen te worden in de roda dan op straat.

Mestre Bimba was een excentriek persoon en had een uniek karakter. Wanneer een student voor de eerste maal een les volgde, moest deze enkele beruchte tests afleggen bij wijze van ingangsproef. Potentiële studenten werden onderworpen aan Mestre Bimba’s test op fysiek vermogen, welke inhield dat je in een wurggreep gehouden werd door de Mestre zelf, zonder klagen of opgeven. Een brugpositie moest je ook kunnen aanhouden. Tijdens de tweede les leerde Mestre Bimba de ginga aan door de leerling zijn handen vast te houden en hem te begeleiden. Hij geloofde in het fundamenteel belang van de ginga in capoeira en dat zonder deze charismatische “swing” er geen capoeira was. Mestre Bimba paste een harde en gedisciplineerde trainingsmethodiek toe, gebruikmakend van allerhande technieken om zijn studenten hard te maken. Zo gooide hij wel eens stenen naar zijn leerlingen om hun reflexen te verbeteren. Leerlingen werden getraind om te vechten met overtuiging en hun vrees achter zich te laten. Mestre Bimba zelf was een gevreesde vechter, en werd vaak omschreven als “Bimba é Bamba” (“Bimba is hard”).

Een onderdeel van de formalisering in capoeira was het verschil maken tussen een beginner en een gegradueerde speler. Voor Mestre Bimba’s tijdperk leerden studenten de beweging door elkaar te zien spelen. Mestre Bimba introduceerde een trainingssysteem dat gebaseerd was op acht sequenties van aanvallen en verdedigen (“sequências”), en van beginners werd verwacht dat ze deze sequenties perfect beheersten voordat ze in de roda mochten spelen. Daarna leerden ze de “cintura desprezada” (een sequentie van sprongen en takedowns waarbij de capoeirista op steeds op zijn voeten landt).

Mestre Bimba was bedreven in Batuque (een intussen uitgestorven Afrikaans spel waarbij spelers elkaar onderuit moesten vegen), en de vegen en takedowns van Capoeira Regional zijn uitmuntend. Hij was een competitief man en wou capoeira op hetzelfde niveau brengen als de Aziatische martial arts die op dat moment hun intrede maakten in Brazilië. Hij introduceerde capoeira ook in de wereld van competitief vechten en daagde andere martial arts uit in de ring. Om een kans te maken tegen de Aziatische martial arts, introduceerde hij grijptechnieken in capoeira, waarvoor hij heel wat kritiek kreeg omdat hij de fundamentele natuur van capoeira aanpaste. Mestre Bimba besefte dat capoeira moest veranderen. Hij moest capoeira aanpassen naar de regels van de ring, of een nieuwe plaats zoeken zodat traditie en gevecht gepaard bleven.

Hoewel Mestre Bimba veel kritiek kreeg voor het verwesteren van de kunst, wordt hij algemeen gerespecteerd voor zijn moeite om capoeira naar een modern tijdperk te brengen. Door het trainingsproces te formaliseren, bedenken van gedragsregels en introduceren van uniformen droeg hij ongelooflijk veel bij aan het image van capoeira als een kunstvorm. Capoeira verloor niet enkel zijn twijfelachtig image, maar werd stilaan beschouwd als een serieuze discipline zoals andere populaire vechtkunsten. Hoewel traditie belangrijk was voor Mestre Bimba, wist hij dat door het gevechtsaspect van capoeira te benadrukken hij een breder publiek kon aanspreken dat zich niet zou relateren aan de traditionele elementen uit de Afrikaanse cultuur. Hij bleef de traditionele muziek gebruiken, maar verwijderde de atabaque van de bateria omwille van de connectie met candomblé (natuurreligie). Mestre Bimba bracht capoeira naar een modern tijdperk terwijl hij heel wat van de traditionele elementen van de kunst bleef behouden. Zonder deze modernisatie, is het moeilijk te zeggen of capoeira had overleefd.

Mestre Bimba bleef capoeira beoefenen tot aan zijn dood in 1974. Zelf op oude leeftijd, met pijnlijke gewrichten kon hij een jongere, fittere man uit de roda trappen. Hij was een sterk, onbuigzaam karakter dat zijn thuisstad Salvador kort voor zijn dood achterliet. Hij vond dat de autoriteiten niet hadden gegeven wat capoeira verdiende. Hij stierf arm en alleen, weg van de studenten die van hem hielden en liet de nadrukkelijke wens na om niet in Bahia begraven te worden. Doorheen Brazilië sloten academies zeven dagen lang hun deuren uit teken van respect. Het respect voor Mestre Bimba is doorheen de wereld van capoeira vandaag nog steeds even groot.

Gespeelde berimbau ritmes

  1. São Bento Grande (da Capoeira Regional)
  2. Banguela
  3. Cavalaria
  4. Santa Maria
  5. Iúna
  6. Idalina
  7. Amazonas

Naast deze zeven “officiële” ritmes van Capoeira Regional is er een achtste ritme waarover doorheen de jaren wat discussie is ontstaan. Mestre Bimba presenteerde ooit een ritme met de naam “Hino da Capoeira Regional” (de hymne van Capoeira Regional), echter lijkt dit ritme bijna exact hetzelfde te zijn als Santa Maria. Volgens sommigen was het louter een mopje van de Mestre waarbij hij ter plekke een nieuw ritme uitvond. Anderen beweren dat dit slechts een tweede benaming is voor Santa Maria, terwijl nog anderen denken dat het werkelijk een ritme apart was. Mestre Nenel (Bimba’s zoon) speelt in zijn academie na elke roda de Hino da Capoeira Regional als eerbetoon aan zijn vader, en aan capoeira.

Meer informatie

Geschreven werken

The Heritage of Mestre Bimba | Angelo Decânio Filho

Talking About Capoeira | Angelo Decânio Filho

Muziekalbums

Curso de Capoeira Regional

Video’s

Mestre Bimba, A Capoeira Iluminada | DVD

O Hino da Capoeira Regional | YouTube

Websites

www.fundacaomestrebimba.org/mestre-bimba
www.capoeirafilhosdebimba.be/geschiedenis/mestre-bimba