De informatie die volgt is gebaseerd op de interpretatie van de lesgever. Zoals vaker het geval is in capoeira kunnen uitleg, regels en zelfs “feiten” verschillen per lesgever en groep. Het is belangrijk dit in het achterhoofd te houden, want er is geen één waarheid in capoeira.

Onderdelen en soorten

Gunga

Dit is de berimbau met de grootste kalebas en de laagste klank. De berimbau gunga leidt in de meeste gevallen de bateria van de roda en wordt vaak door de capoeirista met de hoogste graad bespeeld. Deze berimbau speelt enkel het basisritme en varieert niet, zodat de andere instrumenten zich kunnen baseren op het ritme van de gunga. De gunga start als eerste instrument in de bateria.

Médio

De médio heeft een middelgrote kalebas en een toon die tussen de viola en gunga ligt. Ofwel speelt de médio een contra-ritme van de huidige toque, of hij speelt dezelfde toque als de gunga waarbij hij af en toe varieert. De médio start als tweede instrument in de bateria, wanneer de gunga zijn toque heeft ingezet.

Viola

De viola is de berimbau met de kleinste kalebas en de hoogste klank. De viola zorgt vooral voor “swing” in de bateria en varieert bijna constant op het huidige ritme. Slechts af en toe keert de viola terug naar het basisritme. De viola start als derde instrument in de bateria, wanneer de médio zijn toque heeft ingezet. Daarna volgen de overige instrumenten, de handen en de zang.

Berra-boi

Af en toe vind je in een roda een berimbau met een nog grotere kalebas dan een doorsnee gunga. Dit wordt (in onze groep) een berra-boi genoemd. In sommige roda’s bestaat de bateria uit de vier verschillende berimbaus, in andere roda’s vervangt de berra-boi de gunga. Berra-boi was vroeger een synoniem voor “berimbau”, de naam was niet bepalend voor de grootte van de kalebas.

De berimbau in de geschiedenis

Onderstaande tekst werd integraal gekopieerd uit het boek “The Berimbau-de-barriga and its toques” van Kay Shaffer.

The musical bow may be one of the most primitive musical instruments. According to the Harvard Dictionary of Music (Apel, 19 70:551-552), various types of musical bows are found in many cultures throughout the world, including New Mexico (USA), Patagonia, Central Africa, South Africa, and Brazil. 

It is believed that the hunting bow was invented in northern Africa around 30,000 to 15,000 years ago. At the end of the 19th century, Henry Balfour proposed a theory that the musical bow was developed from the hunting bow. Soon afterwards, the Swiss anthropologist Montandon theorized that the hunting bow was derived from the musical bow. In 1929 Curt Sachs (1940) hypothesized that the two bows developed completely independently of each other.

Although it is impossible to know which of these theories is correct, we have evidence that the musical bow may have existed as early as 15,000 B.C. Cave paintings from that era, discovered in the cavern Les Trois Frères in southeastern France, depict a man dressed in bison skins holding a bow-like object close to his face. This picture was identified by Abbe Breuil as a man playing a musical bow. Besides these cave paintings, all other evidence we have about the ancient use or development of the musical bow comes from the records of travelers and explorers, mainly in the 19th century.

Curt Sachs’ classification of musical instruments places the musical bow in the class of “sitars”: “an instrument without an arm and with the cords stretched between the two ends of its body, whether the body itself is the resonator, or needs an additional resonator.” However, some forms of the musical bow fit better in the category of “harps,” so Sachs’ system makes the exact classification of the musical bow in all its forms difficult. 

African musical bows 

Many forms of the musical bow can be found in Central and South Africa. Wachsman describes one type of musical bow in Uganda that uses the ground as a resonator. A flexible branch is planted in the ground with a cord tied to its free end. The other end of the cord is held in a piece of tree bark or similar material, which lies in a hole in the ground and is secured by a circle of rocks. 

The player fingers the cord with the right hand and holds the branch between the thumb and forefinger of the left hand. He can alter the tension of the branch (and therefore the notes) by moving the branch. This method allows him to play within the interval of a fifth. This range is often increased by removing the left hand from the branch and holding the cord itself between the thumb and forefinger. Pygmies in the Congo, preferring a more percussive sound, employ a second person to drum on the piece of bark with two sticks.

Another instrument used in the Nile-Congo Basin in Uganda (where it is often constructed by children) as well as in Indonesia and Madagascar is the “Ground Zither.” This instrument consists of a sheet of rock placed over a hole in the ground. A cord, whose length can vary from four to four and a half meters, is extended over it, held up by five supports, one of which is directly over the hole. The cord is hit with sticks by two or more people. 

This instrument, although it is designed very differently, falls in the category of “sitars” like the berimbau. Another type of musical bow often used by African shepherds consists of a flexible branch curved into a bow by a cord tied between its two ends. The sound is amplified by adding a gourd or putting the cord close to one’s mouth, which then serves as a resonator. This is the same type of musical bow found in Brazil. 

The musical bow in Brazil

It is difficult to pinpoint the origin of the musical bow in Brazil. Our knowledge of Brazil’s indigenous culture before the end of the seventeenth century is practically inexistent, and the writings of the first travelers make no mention of anything like the musical bow. No such

instrument is found among any Brazilian Indian tribes today. Some modern sources,  including the Harvard Dictionary of Music, claim the existence of a musical bow among the indigenous peoples of Patagonia, but we could not find any proof of this in our research. 

In any case, it seems improbable that any type of musical bow was used by the indigenous

people in pre-colonial Brazil. At the time of Brazil’s discovery in 1500, the Portuguese had already established the slave trade in Africa. With the colonization of Brazil and the growth of large plantations in a country that was exceptionally rich but equally hostile in terms of climate, the colonizers needed a large number of robust workers. They fulfilled that necessity by using slaves.  […] The colonizers began to import African slaves at the beginning of the sixteenth century. The African slaves were brought to Brazil in ever-growing numbers, and they had an enormous impact in all areas of Brazilian culture. 

In summary: there is no evidence of any indigenous musical bow in Brazil. Africans have been in Brazil since at least 1548, and all records describe the instrument as being used exclusively by black slaves (Africans and their descendants). The most logical conclusion is therefore that the berimbau is an instrument of African origin introduced into Brazil along with the slaves. 

Synoniemen voor de berimbau

Doorheen de geschiedenis werd er vaak over de berimbau en zijn aanverwanten geschreven door verschillende reizigers, onderzoekers en kunstenaars. Hoewel de auteurs het vaak over een soort berimbau hadden, kon de benaming best wat verschillen. Dat kan te wijten zijn aan een verschil in taal, dialect, regio, … Volgende termen werden vroeger gebruikt om een berimbau (of gelijkaardig instrument) te benoemen:

  • humbo, hungo
  • violam, viola de arame
  • m’bolumbumba
  • berimbau-de-barriga
  • marimba
  • rucumbo
  • bucumbunga, bucumbumba
  • uricungo, urucungo, lucungo
  • gobo
  • berraboi

De berimbau en capoeira

De berimbau bestaat waarschijnlijk ongeveer even lang in Brazilië als de eerste vormen van capoeira, maar toch was er een heel lange tijd geen verband tussen beiden. Hoewel de berimbau een zeer oud instrument is, kan je uit historische teksten leren dat het gebruik ervan in Brazilië bijna was uitgestorven op het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw. Capoeira rodas werden toen vaak geleid met drums (atabaques), pandeiros of een gitaar. De rol die de berimbau nu heeft in capoeira is waarschijnlijk ontstaan in de eerste helft van de 20e eeuw. Er zijn geen bronnen te vinden van voor die tijd die een duidelijke link leggen tussen capoeira en de berimbau. Ook van berimbauritmes kan je geen referenties terugvinden die dateren van voor 1900.

Vanaf 1890 werd capoeira bij wet verboden. Wanneer er een roda gehouden werd op straat, gebeurde het vaak dat de politie kwam opdagen zodat de capoeiristas moesten vluchten. Om snel te kunnen ontsnappen had men lichte instrumenten nodig. Drums die vroeger gebruikt werden als muzikale begeleiding waren dus geen geschikte instrumenten om snel mee op de loop te gaan. Men denkt dat vanaf 1890 drums minder populair werden in capoeira rodas en lichte instrumenten zoals de pandeiro en de berimbau aan populariteit wonnen. De berimbau kon ook als wapen ingezet worden door de bovenkant van de verga in een punt te scherpen. Het is dus mogelijk dat de berimbau zo geleidelijk aan zijn plaats kreeg binnen capoeira. Enkele decennia later (~1920, 1930) was de berimbau volledig geïntegreerd in capoeira. 

Een berimbau vasthouden

Een berimbau vasthouden lijkt op het eerste zicht niet eenvoudig. Onderstaande uitleg is van toepassing wanneer je rechtshandig bent. 

  1. Neem de berimbau vast in je linkerhand. 
  2. Het touwtje dat rond de snaar en de kalebas zit moet steunen op het topje van je pink.
  3. Met je ring- en middelvinger houd je de verga zelf vast. 
  4. Je pink werkt een beetje zoals een kapstok, waar je de berimbau op hangt. De verga hoef je niet heel stevig vast te grijpen, dat is te vermoeiend voor je hand.
  5. Buig je wijsvinger naar je handpalm zodat je de steen of munt erop kunt laten rusten. 
  6. Leg je duim op de steen/munt zodat je door het bewegen van je duim en wijsvinger de steen tegen de snaar kan duwen.
  7. De kalebas moet zich ter hoogte van je borst bevinden.
  8. In je rechterhand neem je de caxixi vast. Steek je ring- en middelvinger door het handvat zodat je de caxixi stevig in je handpalm kan houden.
  9. De baqueta houd je vast tussen duim- en wijsvinger, net zoals een pen.

Tips om beter berimbau te spelen

  1. Om een mooi geluid te produceren zijn er een aantal verhoudingen waar je rekening mee kan houden. Dit zijn eerder referenties dan exacte maten, maar vaak helpen ze om een berimbau goed af te stemmen.
  1. Houd de kalebas altijd op de hoogte van je borst. Wanneer je de kalebas te laag laat zakken, zal je minder precies kunnen slaan.
  1. De hand waarmee je de baqueta vasthoudt moet je voor de snaar houden, je duwt je elleboog dus ietwat naar voren. Dat helpt om de baqueta in een hoek van 90° te houden tegenover de snaar. Vanuit deze positie kan je eenvoudiger recht op de snaar slaan, in plaats van een strijkende beweging te maken. Strakke slagen zorgen voor duidelijk afgescheiden noten en een helderder geluid.
  1. Sla vanuit je pols met de baqueta en hou de mate waarin je arm beweegt miniem. Zo zal je minder snel moe worden én kan je makkelijker de heel snelle ritmes meespelen. Geef extra kracht aan je baqueta door ook met je vingers te bewegen.
  1. Sla steeds net boven (som preso en chiado) of net onder (som solto) de pedra/dobrão. Hou de afstand die je over de snaar aflegt zo klein mogelijk om dezelfde reden als hierboven.
  1. Probeer variatie te brengen in de mate waarmee je met je baqueta slaat. Door harder of zachter op de snaar te slaan kan je subtiele verschillen toevoegen aan het ritme, of klemtonen leggen.
  1. Varieer in de afstand die je houdt tussen de kalebas en je buik. Door met de afstanden te spelen creëer je ook weer andere geluiden. Zo kan je oefenen op het “wah-wah” effect.
  1. Wil je viradas leren maar weet je niet goed of ze in het ritme passen? Maak een audio-opname van jezelf terwijl je 2 minuten lang stabiel een basisritme speelt. Gebruik vervolgens een hoofdtelefoon om naar het basisritme te luisteren terwijl je viradas oefent.
  1. Je kan ook oefenen door naar een CD te luisteren en mee te spelen met de berimbau. Er zijn een aantal CD’s waarin duidelijke ritmes gespeeld worden die je kan meevolgen.
  1. Oefen niet alleen op de meest exotische ritmes en viradas, maar herhaal ook tijdens elke oefensessie de basisslagen en perfectioneer je houding.
  1. Wil je leren zingen terwijl je berimbau speelt? Probeer dan eerst het ritme mee te neuriën. Daarna kan je luidop de maten meetellen (1, 2, 3, rust). Lukt dat? Ga een stapje verder en zing een eenvoudig liedje mee, bijvoorbeeld: “a  palma de bimba é um, dois, três” of “la la ê la la ê”. Wil je jezelf het echt moeilijk maken? Probeer met iemand anders te praten terwijl je berimbau speelt.

Toques, viradas en contra-ritmes

Een toque is een specifiek patroon van noten dat je (in een lus) kan spelen op een instrument. Een toque wordt ook wel een ritme genoemd. In capoeira zijn er voor de berimbau een aantal vaste toques die gebruikt worden zoals Angola, Benguela, São Bento Grande Da Capoeira Regional en Iúna. Uiteraard kan je zelf je eigen toque bedenken, zoals vele berimbauspelers en capoeira mestres reeds deden.

In de capoeira roda is er steeds minstens één berimbau die de toque aanhoudt en continu herhaald. Dit zorgt voor een referentie waarop de andere muzikanten zich kunnen baseren. Om de bateria een rijker geluid te geven, kunnen andere berimbaus afwijken van het basisritme door te improviseren en te variëren. Ze kunnen andere noten spelen, maar komen uiteindelijk terug naar de toque van de gunga. Variaties worden ook viradas of repiques genoemd. Op de volgende pagina’s kan je een aantal voorbeelden van variaties terugvinden. Uiteraard kan je er zelf meer bedenken.

Naast het gebruiken van variaties kan de médio of de viola in een bateria ook een contra-ritme spelen. Onder een contra-ritme worden vaak twee verschillende zaken verstaan: een geïnverteerd ritme, of een tegenritme. Een geïnverteerd ritme is het omgekeerde ritme van wat de gunga speelt. Speelt de gunga bijvoorbeeld Angola, dan is het geïnverteerde ritme São Bento Pequeno. Voor Benguela is dat dan weer São Bento Grande Da Capoeira Angola. Een tegenritme lijkt daarentegen helemaal niet op de toque van de gunga, maar breekt bewust uit het tempo van de bateria. Een tegenritme is vaak zeer specifiek en start meestal niet op de eerste tel. Zo lijkt het alsof deze berimbau uit de maat speelt, om een extra dimensie toe te voegen aan de bateria.

De verschillende klanken

| “tsj”. Chiado. Slag met steen losjes tegen de snaar. Kalebas tegen de buik. 

⚪ “ding”. Som preso. Slag met steen stevig tegen de snaar. Kalebas weg van de buik.

⚫ “dom”. Som solto. Slag zonder steen tegen de snaar. Kalebas weg van de buik.

 ◊ “dingtsj”. Som preso pra chiado. Beginnen met som preso, geleidelijk de druk van de steen op de snaar verzachten.

⬧ “domtsj”. Som solto pra chiado. Beginnen met som solto, geleidelijk kalebas naar de buik brengen en steen zachtjes tegen de snaar duwen. “Matar o som”.

✥ Eén maal schudden met de caxixi.

_ Eén tel rust.

Oefeningen

Onderstaande oefeningen helpen je om de verschillende noten achter elkaar te leren spelen. De oefeningen worden geleidelijk aan moeilijker. Je kan uiteraard je eigen oefeningen bedenken.

  1. || ⚫ _
  2. || ⚪ _
  3. ⚫ ⚫⚫
  4. ⚪ ⚪⚪
  5. ⚪⚫ ✥
  6. ⚫⚪ ✥
  7. || ⚫⚫
  8. || ⚪⚪
  9. ⚫⚫ ⚫⚫⚫⚫
  10. ⚪⚪ ⚪⚪⚪⚪
  11. ⚪⚫⚫
  12. ⚪⚫⚪
  1. ⚪⚪⚫
  2. ⚫⚪⚫
  3. ⚫⚪⚪
  4. ⚫⚫⚪
  5. || ⚫|| ⚪
  6. || ⚫⚫⚪
  7. || ⚫⚫ ⚪⚪⚪⚪
  8. || ⚪⚪ ⚫⚫⚫⚫
  9. || ⚫⚫ ⚪⚫⚪⚫
  10. ⬧⬧⬧
  11. || ⬧ || ⬧ || ⬧
  12. | ⬧ | ⚫

Basisritmes en Viradas

Angola

|| ⬧⚪✥

|| ⚫⚪✥ (basis)

Viradas

|| ⬧⚪✥ || ⚫ || ⚪

|| ⬧⚪✥ || ⚫ ⚪⚫⚪

|| ⬧⚪✥ || ⚫ | ⚫⚫ | ⚫⚪ ✥

Benguela

|| ⚫⚪⚪

Viradas

|| ⚫⚪⚪ || ⚫ ⚪⚫⚪

|| ⚫⚪⚪ || ⚫| ⚪⚪ | ⚫⚪⚪

|| ⚫⚪⚪ || ⚫⚫⚫⚪⬧| ⚫⚪⚪

São Bento Grande da Capoeira Regional

(|| ⚫ || ⚪) || ⚫ ⚫⚪

Viradas

|| ⚫ ⚫⚪ || ⚫ ⚫⚫

|| ⚫ ⚫⚪ || ⚫ ⚫⚫⚪⚫⚪⚫⚫⚪

|| ⚫ ⚫⚪ || ⬧⬧|⬧| ⚫⚫⚪

Bronnen

Volgende bronnen zijn nuttig om meer te leren over de berimbau, of als oefenmateriaal bij het bespelen van de berimbau.

Geschreven werken

Cadernos de Musicalidade Volume 1: O Berimbau (NL) | Contramestre Rouxinol

O Berimbau-de-barriga e seus toques (EN) | Kay Shaffer

The Berimbau: Soul of Brazilian Music | Eric A. Galm

Websites

Berimbau Class | www.berimbauclass.com

Jacaré Do Lodo | www.youtube.com/user/jacaredolodo/videos

Luiz Sampaio | https://www.youtube.com/user/sitedopandeiro/videos

Só Ritmo | www.so-ritmo.com

Virtual Capoeira – Mestre Virgulino | http://www.virtualcapoeira.com/play-berimbau.htm

Muziekalbums

Bahia Nossa Bahia | Mestre Roberval

Capoeira Angola From Salvador Brazil | Grupo de Capoeira Angola Pelourinho

Capoeira Primitiva | Mestre Silvio Acarajé

l’Art du Berimbau | Mestre Gato Preto

Músicas de Capoeira – Volume 1 | Carolina Soares